De runen van de Noord-Europese volken (zoals de Germanen, Kelten en Vikingen) waren niet alleen lettertekens met de functie van een ‘gewoon’ alfabet om bijvoorbeeld boodschappen over te brengen en gedachten uit te drukken, maar hadden ook een magische, rituele en voorspellende functie, waarmee de goden en andere hogere machten konden worden aangeroepen. Dit aanroepen van de goden en andere hogere machten werd vooral gedaan om (specifieke) vragen te beantwoorden of om het leven (in het algemeen) in bredere banen te leiden.